Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (Legermuseum)

Musée Royal de l'Armée et d'Histoire Militaire (MRA) - Cinquantenaire

 
 

 

 
 

 

 
 

De SEAFRONT - WHI overeenkomst: een voorbeeld van verspilling van federaal geld ten voordele van regionale entiteiten

 
 

 

 
 

                

 
 

 

 
 

 

Het WAR HERITAGE INSTITUTE (parastatale instelling met volledige autonomie ) werkt samen met SEAFRONT (nameloze vennootschap die een maritiem themapark uitbaat op de site van de vroegere Zeebrugse vismijn).

In 2019-2020 herbergt de site de tentoonstelling "Operatie Noordzee 1944-1945" (inhuldiging op 8 juni 2019) ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de bevrijding en van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toegangsprijs tot de tentoonstelling is vastgesteld op 13,5 €.

De WHI voorzitter, Koen PALINCKX (N-VA) vertegenwoordigt het WHI in de tussen het WHI en SEAFRONT getekende overeenkomst van partnerschap die bepaalt dat :  "het WHI zich ertoe verbindt zijn wetenschappelijke kennis alsmede de collectiestukken die noodzakelijk zijn voor de renovatie van het SEAFRONT themapark en de uitbouw van een museaal concept ter beschikking te stellen en dit zowel voor tijdelijke als permanente tentoonstellingen. Ook verbindt zich het WHI ertoe het aanbod langs zijn netwerken te promoten."

Om het duidelijk te zeggen, een minimum aan kosten voor de gemeenten ( regionale entiteiten ), een maximum aan kosten echter voor het WHI & Defensie (federaal) :

*      het WHI heet de tijdelijke tentoonstelling van zes maanden op touw gezet door zijn noodzakelijke deskundigen ter beschikking te stellen,

*      het WHI heeft de helft van de tentoongestelde collecties geleverd die van het KLM afkomstig zijn,

*      Defensie heeft het grootste deel van het vervoer van de stukken betaald, het overige viel ten laste van het WHI,,

*      het WHI stond in voor het promoten van de SEAFRONT tentoonstelling,

*      geen cent van de toegangsprijs werd aan het WHI teruggestort.

Het WHI biedt zijn wetenschappelijk en scenografisch know-how, zijn collecties, zijn netwerk, fondsen (vervoer) aan en haalt er geen enkel profijt uit.

Waar ligt de financiële neerslag voor het WHI ? Waar hangen de affiches in SEAFRONT die de hoofdsite van het KLM in het Jubelpark in Brussel promoten?

Dit mooie voorbeeld versterkt opnieuw de talloze gevallen van verspilling van federaal geld ten voordele van de regionale entiteiten.

Hiermee wordt afgeweken van de bestaansreden van het WHI terwijl de wet die het WHI oprichtte klaar en duidelijk stelt dat de voorrang naar de hoofdsite, namelijk het KLM Jubelpark, gaat.

In welke mate dragen soortgelijke overeenkomsten – die in de toekomst vaker gaan voorkomen – bij tot de nodige financiële middelen om de hoofdsite van het Jubelpark te hervormen? 

De middelen eigen aan deze site krimpen van jaar tot jaar in door een tweevoudig mechanisme : een erbarmelijk beheer en de vermindering van de subsidies die niet kunnen gecompenseerd worden door de verkoop van toegangskaartjes (10€ sedert 1/1/19).

Voeren de 3 inspecteurs die door Financiën gestuurd werden DAAROVER een onderzoek in de schoot van het WHI?

Waarom stelt de directie van het WHI geen ernstige en stevige overeenkomsten in voor het WHI om zodoende “ systematisch éénrichtingsverkeer” te vermijden" ?

TERVUEREN-MONTGOMERY

Op 1ste october 2019